Riedel, J. G. F. De sluik-en kroesharige rassen tusschen Selebes en Papua

(Gravenhage :  M. Nijhoff,  1886.)

Tools


 

Jump to page:

Table of Contents

  Page [214]  



ZESDE  HOOFDSTUK
 

DE  KEEI-   OF  EWAABU-EILANDEN.
 

Ligging. Geographische heschr|jving. Aantal eilanden. Formatie. Bergen. Rivieren. Bos¬
schen. Moerassen. Meren. Ankerplaätsen. Wegen. Bevolking. Ursiwa. TJrlima. Taal. Tradi¬
tion. Geschiedenis. Physische, intellectueele en moreele eigenschappen. Cultus. Bjjgeloof.
Droomen. Eed. Aanleg negarien. Huisbouw. Arbeid mannen en vrouwen. Nijverheid.
Handel. Voeding. Kleeding. Verminking van het lichaam. Standen. Bestuur. Plichtplegin¬
gen. Grondeigendom. Landbouw. Eechtspleging. Straffen. Oorlog en vrede. Verloving.
Huwelijk. Zwangerschap. Ziekte. Dood. Zang, spei en dans. Kosmognosie. Voorwerpen
uit den ouden tyd.
 

De Keei-Ewaabu of Ewaw-arcbipel, die eene oppervlakte van ongeveer zestig Vier¬
kante geograpbiscbe mijlen beslaat en met welks bevolking de Nederlanders, na de ont-
dekking door Willem Jansz. in 1606, reeds in 1628 betrekkingen van vriendschap
en bandel badden aangeknoopt, Iigt tusschen ISl"" 50' en 133° 20' Oosterlengte
van Greenwich en tusschen 5° 5' en 6° Zuiderbreedte.

Tot,dezen archipel behooren de eilanden Nuhujuut of Groot-Keei, Nuhutawun of
Keei Dula, Nuhuroa of Dulalao, Nuhututut of Kumareat, Tajando of Tajaad, Walir,
Hiniaar of Kalapa, Kuur of Uur, Kaimeer of Kameaar, Kaidos of Skaat, Buun of
Buui, Nuhujaan, Ivaat, Kerud of Ekrood, Muruh, Watumuruh, Likantiil, Watvan-
gaam, Araan, Wen of ISTuhumeu, Watrereaan, Kus-ulaar, Waratneu, Draanan,
Bandang of Rumuwadan, Suwaa, Ohimaas, Baeer, Watliroa, Ngovaan of Ngodaan,
Iir of Eer, Ngaav, TJut, Moanhujanat, Ubur, Taam, Nuniae, Nusreen, Onin, Tadel
of Vadoa, Mangguur of Manguur, Warwahan, Eeee, ßeeejanät, Lorbi, Karaan, Ko-
rukut, Lesmanuk, Vaeer, Sekul, Waengan, Haeu, Nukuhai, Nurngua, Verkikur, Howaa
of Ubiwaa Amuut, Nohora, Letau-nidiu, Doannejanat, Budnuhulur, Nurein, Kaso-
waan, Nuhuwatlus, Nuhutowau, Daar, Duviin, Nusular, Wathoboo, Wateel, Laboaeer.
Watkad, Matotejanak, Watbud en Tungkoor; voorts de zoogenaamde Keei Tanembar,
met name Nembar of Atnebar, Vaar, Nuhutaa of Nustaa, Wetir, Waingaa, Uur, Manir,
Worbaal, Ngirit, Selaar, Wahaa, Warahu, Lik, Utiir, Ubiwaa, Jereaan, Watukmaas, Nai,
Nuhutiil, Dubliliin en Tongowain. Bewoond zijn de eilanden Nuhujuut, Nuhutawun, Nu-
huroa, Nuhututut, Tajando, Hiniaar, Kuur, Kaimeer, Taam en Nembar of Atnebar.
  Page [214]